Veiligheidspictogrammen moeten worden gebruikt wanneer een gevaarlijk risico niet kan vermeden of op een andere manier kan verminderd worden.Voor de installatie van veiligheidspictogrammen moet de werkgever onderzoeken of dit risico niet kan vermeden of verminderd worden door collectieve voorzorgsmaatregelen (voorzorgsmaatregelen die iedereen beschermen) of door een veiliger manier van werken.
Hoofdstuk 1 van deel 7: “Veiligheidspictogrammen op de werkplaats”, van het reglement van 2007 op de veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk (algemene toepassing) heeft betrekking op veiligheidspictogrammen.
Een veiligheidspictogram geeft informatie over veiligheid of gezondheid en kan een uithangbord, een kleur, een geluidssignaal, een verbaal signaal of een handsignaal zijn.
Een uithangbord is een teken dat informatie of een onderrichting geeft door gebruik te maken van een combinatie van een vorm, kleur en symbolen zonder geschreven informatie.
Veiligheidsborden bevatten geen tekst omdat de symbolen of pictogrammen op deze borden worden verondersteld klaar en duidelijk te zijn voor arbeiders ongeacht hun taal.
Werkgevers moeten aan werknemers informatie verschaffen over de betekenis en voorschriften van alle pictogrammen op de werkvloer, vooral bij deze waar tekst op aanvullende borden wordt gebruikt.
Veiligheidspictogrammen aangebracht na 1 november 2007 mogen geen tekst bevatten. Tekst mag wel aangebracht worden op een aanvullend veiligheidsbord als dit de efficiëntie van het veiligheidspictogram niet aantast.
Een aanvullend veiligheidsbord (meestal met tekst) wordt gebruikt om een veiligheidsbord duidelijker te maken. Een veiligheidspictogram en het aanvullend veiligheidsbord kunnen op één drager aangebracht worden. Een drager kan een stuk metaal, triplex of gelaagd plastiek zijn . Het kan ook van een ander materiaal zijn als het aangepast is aan de omgeving.