Hoe kies je de juiste decoupeerzaag?

Een decoupeerzaag is eigenlijk niets anders dan een gemotoriseerde figuurzaag. De Engelse naam ‘ jigsaw’ zegt het al: een jigsaw puzzle is een legpuzzel. Met zijn korte, smalle zaagblad is een decoupeerzaag heel handig om vrije vormen uit allerlei soorten plaatmateriaal te zagen. Maar voor andere toepassingen is hij minder geschikt. Een rechte zaagsnede bijvoorbeeld, krijg je met een decoupeerzaag moeilijk voor elkaar.

Omdat het zo’n gespecialiseerd stuk gereedschap is, hoort een decoupeerzaag in de gereedschapskist van elke serieuze doe-het-zelver. Er zijn klusjes die je met geen enkele andere zaag kunt doen. Maar welke decoupeerzaag is de beste keus? Hoeveel vermogen heb je echt nodig en welke professionele extra’s? Kun je volstaan met een universeel zaagblad of moet je een serie speciale zaagjes aanschaffen? En hoe krijg je de mooiste resultaten met je decoupeerzaag?

Hier geven we informatie en tips voor het kiezen van de decoupeerzaag die het best aan je behoeften voldoet. In deel 2 vertellen we hoe je goed en veilig werkt met een decoupeerzaag. Volg ons op Facebook om dat artikel niet te missen.

De allereerste decoupeerzaag was een verbouwde naaimachine. In de jaren ’40 van de vorige eeuw kwam een Zwitserse ingenieur op het idee om de naald van de naaimachine van zijn vrouw te vervangen door een klein zaagblad. Dat werkte zo goed voor het uitzagen van mooie ronde vormen in hout, dat zijn werkgever Scintilla AG de decoupeerzaag in productie nam. In 1954 nam Bosch dit bedrijf over en ontwikkelde de decoupeerzaag verder tot het handige, compacte gereedschap dat we nu kennen.

Een decoupeerzaag met een vermogen van 400 Watt is geschikt voor de meeste klussen. Als je topprestaties verlangt – bijvoorbeeld omdat je dikke metaalplaten wilt verzagen – denk dan aan een motor van tenminste 600 Watt.

Een decoupeerzaag met een accu is handiger in het gebruik dan een met een kabel. Daar staat tegenover dat accumachines een lager vermogen hebben dan de professionele decoupeerzagen die werken op netstroom.

Bij de meeste moderne decoupeerzagen kun je het toerental – en daarmee de zaagsnelheid – instellen. Dat is erg prettig, want verschillende materialen vragen om verschillende snelheden. Hard materiaal – als bijvoorbeeld staal – zagen gaat het best met lage snelheid. Kunststof vraagt om halfhoge snelheid en hout en plaatmateriaal om hoge snelheid.

Tip: Een nuttige voorziening is de zogenaamde ‘pendelstand’. Decoupeerzagen die hiermee zijn uitgerust zagen sneller. Wanneer je de pendelstand inschakelt, beweegt het zaagblad namelijk niet alleen op en neer, maar ook van achter naar voren en neemt in één zaagbeweging meer materiaal weg. Hierdoor krijg je wel grovere splinters, dus de pendelstand kun je beter niet gebruiken als je een mooie afwerking wilt.

Hoe meer je bereid bent uit te geven, hoe groter het aantal professionele extra’s waarmee de zaag is uitgerust. Opties die het klusresultaat en de gebruiksvriendelijkheid verhogen zijn onder andere:

• Een stofblazer of, nog beter, een stofafzuiger die het zaagstof opvangt in een stofzak.
• Verstelbare zool of voetplaat. Heel nuttig voor het zagen van hoeken en mooie schuine kanten.
• Verlichting. Sommige decoupeerzagen zijn uitgerust met een LED-lampje dat het werkoppervlak verlicht.

Hier kun je een aantal van de meest verkochte decoupeerzagen vergelijken.

Met een universeel zaagblad (geschikt voor hout, metaal en kunststof) kom je als hobby-klusser een al heel eind. Stel je hogere eisen, dan is een uitgebreid aanbod aan zaagbladen voor specifieke toepassingen verkrijgbaar. Afhankelijk van het merk machine kun je kiezen uit wel 50 verschillende mogelijkheden. Zaagbladen van verschillende materialen en hardheden, fijner of grover, met gefreesde, gegolfde, geslepen en gezette tanden … kiezen vereist een studie op zich. Een paar eenvoudige richtlijnen:

• Hoe meer tandjes een zaagblad heeft, hoe langzamer het zaagt maar hoe fijner de afwerking.
• Kies het zaagblad afhankelijk van de dikte van het materiaal dat je wilt zagen. Een vuistregel: zorg dat er altijd 3 tandjes in het materiaal zitten. Voor dun plaatmateriaal kies je een kort blad met veel tandjes en voor bijvoorbeeld balken een lang blad met een grote tandafstand.
• Speciaal voor het maken van bochten bestaan er bijzonder smalle figuurzaagbladen.
• Een gefreesd zaagblad is geschikt voor grof zaagwerk in zachte tot middelharde materialen. Voor nauwkeurig zagen in dit soort materialen gebruik je een geslepen zaagblad.
• Kijk op de verpakking voor welke materialen en voor welke merken decoupeerzagen het zaagblad bestemd is.

Twee kanten van het gamma: een voordelige Metabo decoupeerzaag met een vermogen van 350 Watt en een professionele 780 Watt Bosch

.
Hier vind je onze top 10 decoupeerzagen.

In deel 2 vertellen we hoe je een decoupeerzaag op de juiste manier gebruikt. Volg ons op Facebook om dat artikel niet te missen.