Huis Klussen Werken met gereedschappen

15 boor- en schroeftips

1. De lucifertruc voor losse schroeven

Wanneer schroeven in een houtverbinding los komen te zitten, kun je een groter maatje schroef in het bestaande schroefgat draaien. Maar je kunt ook de oude schroef gebruiken. Vul het gat op met één of meer lucifers en wat lijm. Laat drogen en draai de schroef opnieuw in.

2. Pluggen uit de muur krijgen

Pluggen verwijderen gaat goed met een kurkentrekker. Het makkelijkst werkt een model met vleugels.

3. Voorkom dat de boor wegglijdt

Op harde, gladde oppervlakken als metaal en tegels loop je de kans dat het puntje van de boor wegglijdt en een lelijke kras achterlaat. Bij boren in metaal voorkom je dat door eerst een putje te slaan op de plek waar je gaat boren. Het professionele gereedschap hiervoor is een centerpons, het huismiddeltje een spijker en een hamer. Bij keramische tegels voorkom je wegglijden door er een stukje schilderstape of een pleister op te plakken.

Toon mij alle centerponsen

4. Zo raakt de boormachine niet oververhit

Boren in harde materialen als staal of natuursteen is zwaar werk voor een boormachine. Vooral wanneer het boortje al bot is, of als je teveel druk zet, kan de boor verbranden. Afkoelen met boorolie is de professionele manier om dit te voorkomen, maar boren in etappes van zo’n 10 tot 15 seconden en tussendoor even koelen in een bakje water werkt ook.

Toon mij alle boormachinen

5. Schroeven op moeilijke plekjes: de kammetjestruc

Lastig, een klein schroefje indraaien op een moeilijk bereikbare plek. Hoe je het ook vasthoudt, je vingers zitten altijd in de weg. De slimme oplossing: steek het schroefje tussen de tanden van een zakkammetje en houd het zo op zijn plaats.

6. Boren in de steen of in de voeg: wat is beter?

Wanneer je iets op wilt hangen aan een bakstenen muur, heb je de keuze om in de steen zelf te boren of in een voeg. Voor beide valt wat te zeggen. Ga je iets zwaars ophangen, boor dan in de steen. Is de draagkracht minder belangrijk, kies dan voor de voeg. Dat boort makkelijker en sneller en bovendien kun je het gat later weer eenvoudig dichtsmeren.

7. Schroevendraaier magnetisch maken

Een schroevendraaier waaraan schroefjes blijven kleven is handig als je op moeilijk bereikbare plekken werkt. Je kunt zelf je schroevendraaier magnetisch maken door er met één pool van een magneet overheen te strijken. Doe dit een flink aantal keren, steeds in dezelfde richting. Wanneer je met dezelfde pool in tegengestelde richting strijkt, hef je het magnetisme weer op.

8. Boren zonder splinters

Als je door hout boort, krijg je splinters aan de onderkant. Vaak is dat niet erg, omdat de onderkant uit het zicht blijft. Maar je kunt het eenvoudig voorkomen met een stukje afvalhout aan de onderzijde. Klem het vast met lijmklemmen, dan blijft het stevig op zijn plaats.

9. Kies de schroef met de juiste kop

De uitsparing waar de schroevendraaier of het bitje van de schroefboormachine in past, is bepalend voor je grip op de schroef tijdens het vastdraaien of losdraaien. De torx levert het meest grip: een uitsparing in de vorm van een ster. Daarom worden torxschroeven steevast gebruikt door professionals. Een kruisvorm (Pozidriv in vaktaal) komt op de tweede plaats. Het aloude sleufje biedt de minste grip en de meeste kans op wegglijden van de schroevendraaier. Werk je met een schroefboormachine, dan is het belangrijk om precies het juiste bitje voor de desbetreffende schroef te gebruiken. Alles wat je over bitjes en schroefkoppen moet weten, vind je in ons blogartikel Op elke schroef past een bitje.

10. Dolgedraaide en kapotte schroeven loskrijgen

Vloeken helpt niet. Wat je wel kunt proberen, zijn de volgende suggesties:

  • Pak een handschroevendraaier als het met de machine niet lukt, dan kun je meer druk uitoefenen. Probeer of er een steeksleutel om het handvat van je schroevendraaier past om extra kracht te kunnen zetten.
  • Gebruik een ijzerzaag om een nieuw gleufje in een versleten schroefkop te maken.
  • Leg een plat (post)elastiekje op de schroefkop en duw het met de punt van de schroevendraaier in de uitsparing ( of wat daarvan over is). Het elastiekje vult de beschadigde ruimte op, waardoor je meer grip hebt.
  • Gebruik een ‘dolle schroevenverwijderaar’. Dit is een schroevendraaier of bitje met op de punt een harde schroefdraad, die in de schroefkop boort en zich vastzet.
  • Bij vastzittende schroeven en bouten in metaal kun je WD-40 proberen.
  • Als laatste redmiddel kun je de schroef helemaal uitboren. Je kijkt dan wel tegen een flink gat aan.

11. Schroeven verzinken

Gebruik een boor met dezelfde diameter als de schroefkop om de eerste millimeters van het boorgaatje verder uit te boren. Dan steekt de schroefkop niet uit en kun je hem eventueel helemaal verbergen met vloeibaar hout.

12. Voorkom dat je te diep boort

Om een plug in de muur goed vast te zetten, moet het boorgat de juiste diepte hebben. Te ondiep en de plug steekt eruit, te diep en hij verdwijnt. Beide risico’s kun je vermijden door de plug naast het boortje te houden en de lengte aan te geven met een stukje gekleurd plakband dat je om het boortje plakt.

13. Kies de juiste boor

Een steenboor is bestemd voor steen, een houtboor voor hout, enzovoort. Hier trappen we natuurlijk een open deur in, maar we voegen er één welgemeende waarschuwing aan toe: gebruik nooit een houtboor voor metaal, dan kun je hem weggooien. Andersom is misschien niet zo handig, maar niet rampzalig.

14. Stofvrij boren in het plafond

Een huismiddeltje om te voorkomen dat je stof en gruis in je ogen krijgt wanneer je in het plafond boort: snij een oude tennisbal doormidden en schuif een helft over het boortje, dan heb je een kommetje dat het boorstof opvangt.

15. Voorkom beschadigd pleisterwerk

Pleisterwerk heeft de vervelende neiging af te brokkelen wanneer je erin boort. Net als bij boren in keramische tegels voorkom je beschadigingen door de plek waar je gaat boren af te plakken met schilderstape.

  • WordPress
  • Facebook

2 thoughts on “15 boor- en schroeftips

  1. Quote: “Bij keramische tegels voorkom je wegglijden door er een stukje schilderstape of een pleister op te plakken.” Dat van de schilderstape klopt, maar een ‘pleister’ gaat niet werken. De ‘pleister’, die de wond afdekt, is van flexibel materiaal, plakt wezenlijk niet, en zal dus niet helpen bij het centreren. Mogelijk zal hij zelfs in het draaiende bitje verstrikt raken. Bedoeld is waarschijnlijk de medische verbandtape waarvan de naam synoniem is geraakt met de merknaam, Leukoplast. Die werkt hetzelfde als schilderstape, maar vindt ik net iets beter omdat ie minder vettig is, dus beter af te tekenen, en meer houvast voor het bitje biedt. Verder alle dank voor de gedetailleerde informatie 🙂

    1. Hi Hubert,

      Wat scherp van je zeg!

      Heel erg bedankt voor je heldere input en het delen van je werkwijze!

      Met vriendelijke groet,
      Team Klium

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *